Hilversum (Van onze redactie) 12 maart 2009 - De brief waarin paus Benedictus XVI terugblikt op de gang van zaken rond de opheffing van de excommunicatie van de vier Pius X-bisschoppen is als ‘pauselijke excuusbrief’ nieuw in zijn soort en kent in de kerkgeschiedenis geen voorgangers. Dat zegt prof. dr. Peter Nissen, hoogleraar Cultuurgeschiedenis van het christendom aan de Universiteit van Tilburg, tegenover KatholiekNederland.nl.
Verantwoording afgelegd
Nissen: “Nieuw is dat de paus toch vrij onomwonden verantwoording aflegt voor het gevoerde beleid in de afgelopen weken. Hij heeft zich daartoe ongetwijfeld gedwongen gevoeld door de vrij scherpe kritiek die zowel door de Duitse als door de Zwitserse bisschoppen de vorige week was verwoord.”
Klappen gekregen
De Duitse en Zwitserse bisschoppen betreurden de volgens hen onzorgvuldige voorbereiding van de opheffing van de excommunicatie en de hiaten in de berichtgeving. “De paus moet gevoeld hebben dat een – voor kerkelijke begrippen – zo openlijk geformuleerde kritiek van de kant van bisschoppen - zijn positie in het geding bracht en het draagvlak voor zijn beleid, dat in de bijna vier jaar van zijn pontificaat toch al enige klappen had gekregen, in gevaar bracht”, aldus de Tilburgse kerkhistoricus.
Vaticanum II
Benedictus vond het volgens Nissen waarschijnlijk nodig aan het slot van zijn brief nog eens in herinnering te roepen wat hij in het begin van zijn pontificaat als zijn grootste prioriteit heeft geformuleerd: God tegenwoordig te doen zijn in deze wereld en voor mensen de toegang tot God te openen. “En daarbij horen, zo zegt hij, ook oecumene, interreligieuze dialoog en de sociale dimensie van het christelijk geloof. Het lijkt bijna alsof de paus zich gedwongen ziet nog eens enkele ‘basics’ van het Tweede Vaticaanse Concilie te bevestigen. Bij critici was immers de gedachte ontstaan dat de paus door het opheffen van de excommunicatie van de Pius X-bisschoppen hun afwijzing van dit concilie zou delen.”
Internet
Op het punt van de onzorgvuldige voorbereiding bekent de paus ook dat er gefaald is, merkt Nissen op. “Als er op internet was gekeken, ‘zo hoor ik’, dan hadden we beter kunnen weten, en de paus zegt eruit geleerd te hebben, dat ‘wij bij de Heilige Stoel’ in de toekomst beter op dit soort informatiebronnen moeten letten.”
Zwak argument
Het internet-argument vindt Nissen weinig overtuigend. “In andere kwesties blijkt het Vaticaan, dankzij zijn verfijnde inlichtingensysteem - onder meer via de nuntiaturen - vaak zeer gedetailleerd op de hoogte te zijn van teksten op internet of zelfs in lokale kranten: theologen lopen althans het risico daarop aangesproken te worden. Dat het Vaticaan zich over de Pius X-broederschap niet langs die weg zou hebben geïnformeerd, is dus weinig geloofwaardig. En als het wel zo is, is men – al dan niet moedwillig – ernstig in gebreke gebleven.”
Erkenning van falen“Ook het door de paus nu bekend gemaakte voornemen om de commissie Ecclesia Dei, die de gesprekken met de Pius X-broederschap voert, met de Congregatie voor de Geloofsleer te verbinden, is tussen de regels door de erkenning van een falen in de procedure. De paus geeft hiermee namelijk toe dat deze commissie, waarvan hij zelf als kardinaal Ratzinger overigens sinds 2001 deel heeft uitgemaakt, tot nu toe te geïsoleerd, los van de andere curiedepartementen, heeft geopereerd”, aldus Nissen.
Reparatiewerk
Op het punt van gebrekkige berichtgeving, probeert de brief van de paus nu – achteraf – reparatiewerk te verrichten, zegt Nissen. “Hij wil zijn bedoelingen bij de opheffing van de excommunicatie uitleggen. Tussen de regels door geeft hij daarmee toe: dit had ik eerder moeten doen.”
Zeer persoonlijk
Nieuw in de brief is volgens de kerkhistoricus ook de ‘zeer persoonlijke toonzetting’ en ‘de weinig retorische stijl’. “Hier is niet de Ratzinger van de studeertafel of van de cathedra aan het woord, maar de Ratzinger van de praatstoel. Hij formuleert in – voor zijn doen - korte zinnen, in de ik-vorm (en niet in de voor pauselijke documenten gebruikelijke wij-vorm), ja bijna in spreektaal, en met woorden die je zelden in een pauselijke brief tegenkomt: ‘een lawine van protesten’, ‘pech’ (Panne), ‘een groot lawaai’ (zu einem grossen Lärm).”
Diep door het stof
De paus gaat in de brief voor Vaticaanse begrippen diep door het stof, analyseert Nissen. “Hij ‘betreurt ernstig’ en ‘betreurt eerlijk’ - de formulering komt twee keer voor - dat het zo gelopen is. Hij lijkt daarmee zijn verantwoordelijkheid te nemen. Tegelijk ontkracht hij dit deels weer door zichzelf ook tot slachtoffer te maken. Zo verwijt hij zijn katholieke critici dat zij 'eigenlijk beter konden weten'; dat is precies wat anderen de paus verwijten. Ook beklaagt hij zich over degenen die meenden zo ‘op mij te moeten inslaan’.”
Zelfbeklag
Aan het slot van de brief stelt Benedictus de intolerantie en de haat aan de kaak waarmee over de Priesterbroederschap Sint Pius X gesproken wordt en die ook hem zelf nu ten deel viel. “Zonder dit zelfbeklag zou de brief een stuk krachtiger geweest zijn. Dat had de paus van een communicatieadviseur kunnen leren. Dat die kennelijk niet over zijn schouder heeft mogen meelezen bij het schrijven van deze brief, roept de vraag op of de paus op communicatief gebied wel echt iets van de hele affaire geleerd heef”, aldus prof. Nissen.
Bron: www.katholieknederland.nl
donderdag 12 maart 2009
‘Nieuw genre pausdocumenten: de excuusbrief’
Posted by Rutzen Lucas at 12.3.09
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten