maandag 26 mei 2008

Handcommunie wordt niet afgeschaft

Hilversum (Van onze redactie) 26 mei 2008 - Gelovigen die op Sacramentsdag bij de paus te communie mochten, dienden plaats te nemen op een voor de gelegenheid geplaatste knielbank. Zij ontvingen de eucharistie op de tong. Het Vaticaan bezweert dat het geen nieuw signaal is dat de praxis van de staand ontvangen handcommunie haar langste tijd heeft gehad.

Tong
Gelovigen die bij de paus te communie gaan, doen dat meestal staand. De meeste communicanten kiezen ervoor de hostie op de tong te ontvangen. Anderen steken de armen uit voor de handcommunie. Dat vorige week opeens een knielbank werd geplaatst, betekent volgens de pauselijke ceremoniemeester mgr. Guido Marini niet perse dat de handcommunie voortaan taboe is bij pauselijke vieringen.

Hoogfeest
In een mail aan de Amerikaanse website Catholic News Service (CNS) schrijft Marini dat de communiebank donderdag 22 mei speciaal was neergezet bij gelegenheid van het hoogfeest van het heilig sacrament van het lichaam en bloed van Christus.

Knielen
De paus ging voor in de Mis op het plein voor de basiliek van Sint Jan van Lateranen. In zijn preek onderstreepte hij het belang van knielen voor Christus in de eucharistie. Of de knielbank ook in de toekomst wordt geplaatst bij pauselijke vieringen, laat ceremoniemeester Marini in het midden: “We zullen zien.”

Geen nieuwe voorschriften
De tweede man bij de Congregatie voor de Goddelijke Eredienst zei tegenover CNS dat er in het Vaticaan geen discussie gaande is over de wijze waarop gelovigen te communie dienen te gaan. Aartsbisschop Albert Ranjith Patabendige Don benadrukte dat er “geen nieuwe voorschriften komen” die het Vaticaanse besluit uit 1969 terugdraaien. Dat bepaalt dat lokale bisschoppen kunnen toestaan dat de gelovigen de communie staande en op de hand kunnen ontvangen.

Eerbiedige houding
Als het aan Ranjith persoonlijk ligt, wordt de praxis van de handcommunie afgeschaft. In een voorwoord van een in januari verschenen boek schreef hij dat de handcommunie heeft bijgedragen aan "een toenemende verzwakking van een eerbiedige houding ten opzichte van het Allerheiligste". De aartsbisschop was dan ook ingenomen met de pauselijke knielbank. Het gebruik ervan brengt volgens hem beter tot uitdrukking “dat we de Heer die we ontvangen, aanbidden”.