zaterdag 23 augustus 2008

Wereldraad van Kerken

Kort
De World Council of Churches (WCC) werd in 1948 officieel opgericht te Amsterdam. De WCC is de organisatie van de wereldwijde oecumenische beweging, die streeft naar eenheid tussen de christelijke kerken. De Rooms-Katholieke Kerk is geen lid.
Voorbereidende fase
In 1938 werd in Utrecht een Wereldraad ‘in process of formation’ opgericht door een commissie, ontstaan uit verschillende internationale initiatieven inzake Oecumene. Het hoofdkwartier werd gevestigd te Genève en de Nederlander Willem A. Visser ’t Hooft tot secretaris-generaal benoemd. Tijdens en na de oorlog heeft de organisatie veel hulp verleend aan krijgsgevangenen, vluchtelingen en andere getroffenen.

400 miljoen christenen

De officiële oprichting van de Wereldraad vond plaats op 23 augustus 1948. Hoofdzakelijk protestantse en anglicaanse kerken uit Europa en Noord-Amerika werden lid. Later zijn veel kerken uit Azië en Afrika en bovendien alle orthodoxe kerken toegetreden. Lidkerken moeten autonoom zijn en meer dan 10.000 leden hebben; kleinere kerken kunnen geassocieerd lid zijn. De Wereldraad verenigt ongeveer 340 kerken, die samen circa 400 miljoen christenen tellen.

Organisatiestructuur
Het toporgaan van de Wereldraad wordt gevormd door een assemblée die ongeveer om de zeven jaar samenkomt en uit vertegenwoordigers van alle lidkerken bestaat. De assemblée benoemt een Centraal Comité van 124 leden, gekozen naar geografisch en confessionele spreiding. De secretaris-generaal heeft de algemene leiding. In urgente zaken treedt de voorzitter van het Centrale Comité samen met de secretaris-generaal op. Het dagelijks bestuur bestaat uit zestien leden, die tweemaal per jaar samenkomen om de besluiten van het Centrale Comité uit te voeren. Het stafwerk is verdeeld over drie programma-eenheden: geloof en getuigenis, gerechtigheid en dienst en vernieuwing en opvoeding.

RK-Kerk
De Rooms-Katholieke Kerk stond aanvankelijk afwijzend tegenover de Wereldraad, in de overtuiging dat de christelijke eenheid slechts door terugkeer van alle gelovigen 'in de schoot van de moederkerk' te bereiken viel. Het Vaticaan verleende daarom geen toestemming aan katholieken om deel te nemen aan de assemblées van 1948 en 1953. Verandering bracht paus Johannes XIII: hij verzocht andere kerken en de Wereldraad om waarnemers naar het Tweede Vaticaans Concilie te zenden. De aanvaarding van het decreet over de oecumene door het Concilie leidde tot een gemeenschappelijk werkgroep met verschillende subcommissies, gericht op toekomstige samenwerking. Uiteindelijk is de RK-kerk niet toegetreden. Er zijn wel vormen van samenwerking gevonden, en het Vaticaan heeft permanent een waarnemer bij de Wereldraad.

Derde Wereld

Sinds de jaren zeventig ligt bij de Wereldraad het accent sterker op de sociale taak van de kerken dan op de theologische benadering van de eenheid van de kerk. Hierin is het effect merkbaar van de toetreding van vele kerken uit de Derde Wereld. Hun invloed op het werk en de organisatie van de raad kwam ook tot uiting in verzet tegen de vroeger overheersende Europese en Noord-Amerikaanse theologie ten gunste van bevrijdings- en zwarte theologie.

Spanning tussen orthodoxe en protestantse kerken
In 1998 dreigden de oosters-orthodoxe kerken uit de Wereldraad te stappen. Ze ergerden zich aan de dominantie van de protestantse lidkerken uit West-Europa en Noord-Amerika. Deze genootschappen zorgden er bijvoorbeeld voor dat er onderwerpen op de agenda kwamen te staan, die voor de Orthodoxie onbespreekbaar waren. Het ging met name om kwesties als de vrouw in het kerkelijk ambt en homoseksualiteit. Ook beklaagden de orthodoxe kerken zich over de aard van de oecumenische vieringen, die de schijn zouden wekken dat verschillen tussen de kerken er niet meer toe deden.

Secretaris-generaal Kobia
Op 28 augustus 2003 is voor het eerst in de 55-jarige geschiedenis van de Wereldraad een Afrikaan aan het hoofd van de raad komen te staan. Dr. Samuel Kobia (1947) is predikant in de Methodistenkerk van Kenia en al jaren staflid van de Wereldraad in het hoofdkwartier in Genève. Van 1993 tot 1999 was hij directeur van de afdeling voor gerechtigheid, vrede en milieuzaken en van 1999 tot 2003 bekleedde hij de functie van directeur en speciaal vertegenwoordiger voor Afrika. Kobia was daarnaast van 1987 tot 1993 secretaris-generaal van de Raad van Kerken in Kenia. Van 1984 tot 1991 was hij voorzitter van de commissie van het succesvolle wereldraadprogramma ter bestrijding van racisme.